Tour de Kaukasus

In herfst van het jaar 6 zal ik diep in het woud dat Europa heet, één van haar ongekende pareltjes ontdekken. Op zijn hoogste toppen liggen Georgië, Azerbadjin en Armenië. Of zijn we nu al in Azië? Leve de duduk, haar abrikozen en véééél meer. Op naar het Oosten, de bergen in!!!

Friday, September 15, 2006

Het vrouwtje en haar foto


Ik had van Vaast, een jongen uit mijn geboortedorp die vorig jaar in de Kaukasus reisde, deze foto meegekregen om haar te bezorgen ergens langs de spoorlijn tussen Gori en Tbilisi. Het vrouwtje heeft er klein winkeltje bij het station van Uplistsikhe. Ik denk dat het de moeder was die de foto aannam, of wel was ze veel ouder geworden op 1 jaar tijd. Uit vreugde kreeg ik prompt een fles limonade toegestopt, verbaasd hoe ik zomaar uit de hemel kwam gevallen/gefietst. De limonade had geen etiket en was van een zeer eigenzinnig karakter... Gulzig proefde ik ervan op een verloren aardeweg richting Sapri. Blij om de kleine dingen. Madlobt Vaast.

Tuesday, September 12, 2006

Anfang in Georgien *teil 1*

Hier van op de Stalin avenue in Jozefs geboortestad Gori groet ik jullie allemaal. Blij om me al dat goeds te zenden naar het druilerige Georgie. Madlobt, nen Georgischen merci voor al die lieve Belgskes ginder. Neen nee,zo slecht heb ik het hierook niet, maar dat hemelwater maakt het soms nog roestiger dan het al is, alhoewel... Ook blitse snelle wagens scheuren hier voorbij. Daarnet nog een ongeluk gezien langs de grote weg naar hier en verder richting Tblisi, Van ver zag ik reeds een ganse meute mensen staan op de top van een helling. Het voorbijsteken, ze kunnen er hier wat van! Een gecrashte zwarte opel met nog een hevig bloedende vrouw erin, Mannen rond de wagen en een politieagent erbij om tevergeefs wat orde in de chaos te brengen. Van zodichtbij had ik zoiets nog nooit gezien, de vele bloedrode tomaten, aangeboden in bakjes, manden en stalletjes langs de weg met hun vriendelijke, soms verbaast van mijn passeren,mannetjes brachten enigzins verwarring. Het blijft opletten met roestige Russische KAMAZ-vrachtwagens en blitse BMWs ronkend langs je benen. Bij die eerste Met zwarte rook van hier tot in China. Zo ver ben ik ook geweest vandaag, althans in het imposante Stalin-museum op de thee bij Mao Dzedong. Een en al lof voor de grote man uit het stad, hier staat hij nog altijd te pronken op het grote plein kale plein. Vele Lada-Taxis wachten op een rondje door de stad Eigenlijk veel meer dan er klanten zijn, maar ja dit is Georgie.
Soms meelijwekkend om te zien. Ook de groenteverkopers langs de kant van de weg zitten te wachten om een koper die niet komt.
En dan zou ik alle tomaten willen kopen, maar ja wat doe daar mee in the middle of Georgian country met al nen volgeladen velo... Tomatepuree voor ons allen! Maar als ik dan stop en zoals daarnet enkele appels en pruimen koop, veel kan er niet meenemen, dan stopt het meneertje zijn koopwaar mij toe, en doet teken het zo te laten. Georgische gulheid doet mij soms blozen, wat kan ik hen nu terug geven. En als je dan op je eerste avond in een nieuw ver vreemd land zo goed wordt ontvangen, dan kan je hen toch niet zomaar voortgaan als ze je het zo mooi vragen. Zo bleef ik 2 nachten bij mijn eerste Georgische familie. Jaja, en glazen wijn drinken ze hier echt in 1 keer uit... Nazdrovje!!! Mijn schamel russisch-pools helpt mij ook veel vooruit, hun taal is echt moeilijk en hun alfabet in het geheel niet te lezen. Maar ik ben blij hier te zijn, soms wou ik het met 1 van jullie willen delen! Toch ik ben hier geen minuut eenzaam omringd door hen.
Zo was ik dan die middag vanuit Ardahan over de laatste heilzame bergpas gekropen, zwetend en stinkend gelijk de beesten, om de Kaukasus van mijn dromen te bereiken. In het laatste Turkse dorp, gaf ik in het plaatselijke winkeltje mijn laatste Turkse lira-munten uit. Nog niet goed gezeten op het bankje om dat zoets te nuttigen en haast het halve dorp, de mannelijke helft dan, kwam nieuwsgierig bij me staan. 1 van hen kon goed Frans, hij woonde in Rijsel en was op bezoek bij zijn moeder, de wereld werd hier klein tussen de reuzen van bergen als hij vertelde dat zijn broer in Sint-Amandsberg woonde. Die momenten doen deze 7 weken veel minder lang lijken dan ze zijn, maar ik moest verder naar de grenspost, want die sloot om 7 uur vertelde men. Na klim van voorheen was het nu gezwind dalen naar de grens, mijn hart klopte hevig, Georgie aan mijn voeten...
Eerst werd mijn paspoort gecontrolleerd, werd een eerste poort geopend. Hier moest ik mijn baggage laten checken in een muffige hangar, die eerder aan de buitenwijken van een grootstad deden denken dan aan ik weet niet wat. De padvinders vervolgden hun spel, ik was blijkbaar de laatste klant, de sigaretterokende soldaten hadden er blijkbaar weinig zin in en lieten mij gaan. Al was het niet altijd even duidelijk welke richting ik uit moest. Bij een ander betonnen barakje, toonde ik voor de laatste maal mijn pas. De padvinder-soldaat-douane achtige man zei heimelijk Welcome in Georgia en opende de piepende stalen poort, ik kon nu gaan. Ik hoorde de blaffende keffers al aan de overkant dat precies het stof deed opwaaien van de straat, waarheen enkele boerwegel van bij ons kan aan tippen. Langszaam viel de nacht en bleef het eerste dorpje maar verborgen op de eeuwig durende baan vol putten en keien, Turkije nu voorgoed achter mij. Een kleine angst voor het vreemde bekroop mij zeker wanneer alles nog eens donker wordt. Bij het eerste huisje zag ik een schim buitenstaan en een babouska-achtig vrouwtje een beetje verderop, ik wist hoelaat het was, de kaarsjes branden in hun huizen, het deed me aan Albanie denken.
Ska Korent op zijn Albanees Zonder stroom ik zou het ook wel op zijn georgisch leren. De grommende honden volgden mijn pad, het dorp een beetje verderop. Aan de sigarettekogels kon ik zien waar mensen zaten langs de kant van de weg. Ik kon nog geen woord Georgisch, aan een oude man met takken in zijn hand, we zagen elkaar nauwelijks in het duister Georgie, zei ik Palatka, Russisch voor tent. Ik wees naar mijn fietstas. Hij wees naar de weg en we liepen samen een zijweggetje in. Bij kaarslicht ontmoette ik de familie, hun ketting aan de hond waakte buiten bij mijn fiets. Voor ik het goed besefte, was ik hun gast geworden, in Georgie een hele eer. In de met petroleumlamp verlichte kamer zette ik Giorgi het kindje van de familie mijn mijnwerkerzaklamp op zijn blinkend zwart kopke, en de familie lachte ondanks hun miserie. Een uur later ging het licht weer aan. Nu konden we elkaar echt zien. Gauw was de eerste huiswijnfles geledigd...
Besik was de broer van Arden en enkele jaren in der Schweiz gewoond zo wir haben viel deutch gesprochen, ik zou het ulder nie willen laten horen mijn Pfaff-duits, in Trabzon (Turkije) kennen ze hem nog hoor! Ik sliep zalig in een grote kamer met een immens bergzicht op de muur, buiten hoorde in het land nog even grommen, maar ik wist dat het hier in mijn nieuw bedje goed was. In de ochtend aten we, enkel de mannen, Om 8 uur Frieten,Schapekaas,Tomaten, Komkommer en wijn Sante!!!!!!!!! De dag lachte ons toe, met een onmogelijk land vol vreemde gewoonten...